ER ZIT MEER ACHTER ONZE CURSUSSEN DAN JULLIE MISSCHIEN VERMOEDEN!
Zowel bij de keuze van het cursusaanbod, als ook tijdens de cursussen wordt uitgegaan van de talenten, de kracht en de competenties van het kind. Het volledige ontwikkelingspotentieel van een kind kan op die manier aangesproken worden. Elk kind heeft zo zijn eigen sterke kanten. Op basis van de principes van Gardner (Meervoudige intelligentie (MI)) kunnen deze sterke kanten in verschillende vormen van intelligentie worden ingedeeld:
1. woordknap (verbaal-linguïstisch)
2. rekenknap (logisch-mathematisch)
3. beeldknap (visueel-ruimtelijk)
4. muziekknap (muzikaal-ritmisch)
5. beweegknap (lichamelijk-kinesthetisch)
6. natuurknap (naturalistisch)
7. mensknap (interpersoonlijk)
8. zelfknap (intra-persoonlijk)
Een kind is niet op één manier intelligent, maar kan op verschillende manieren intelligent zijn. Ieder mens heeft een ‘mentale vingerafdruk’ een persoonlijk profiel van sterker en minder sterk ontwikkelde intelligenties. Dit is door aanleg bepaald, maar juist ook sterk ontwikkelbaar.
Tijdens school wordt er vooral aandacht besteed aan de eerste drie vormen van intelligentie. De CursusBSO probeert met het cursusaanbod en ook gedurende de cursussen er voor te zorgen dat ook de andere vormen van intelligentie aan bod komen en aangesproken c.q. ontwikkeld worden. Dit is voor sommige vormen van intelligentie makkelijker dan voor andere.
Wij hebben gekeken hoe wij de ontwikkeling van het ‘mensknap’ en het ‘zelfknap’ tijdens de CursusBSO nog meer aandacht kunnen geven. Vandaar dat alle docenten van de CursusBSO voor aanvang van hun cursus een leerplan opstellen. Hierin worden de doelen beschreven, maar ook hoe zij het groepsproces denken te begeleiden, welke pedagogische principes belangrijk voor hen zijn en hoe zij ieder individueel kind denken te helpen bij hun talentontwikkeling. Wij voeren een aantal maal per cursusperiode een observatie bij alle groepen uit. Tijdens deze observatie wordt gekeken naar de vorderingen van de docenten en de groepen wat betreft het
leerplan. Daarnaast wordt er actief gekeken naar de interactie tussen de kinderen van de cursusgroep en de groepsdynamica. Ook wordt het laatste deel van deze les gebruikt om de kinderen te vragen een terugkoppeling te geven over de lessen en de groep. Hun wordt dan geleerd om op een positieve manier feedback te geven en ook de minder leuke dingen te adresseren en op een goede manier te bespreken. Dit gebeurt in het bijzijn van de docent, maar onder leiding van de coördinator of een externe coach.
Om de kinderen ook te scholen in het goed onder woorden brengen van hun gevoel, hun behoeften en wensen, proberen we ook één les per periode te besteden aan het ontwikkelen van het ‘mens’ en ‘zelfknap’ van de kinderen. Hier leren ze op een speelse manier uiting geven aan hun gevoelens en dat ze mogen zijn wie ze zijn. Daarnaast leren ze elkaar op een constructieve manier aanspreken en eventuele conflicten benoemen en oplossen. Dit sluit dan weer aan bij de Missie en Visie die wij ons ten doel hebben gesteld.